Om een sensor aan uw netwerk toe te voegen, moet de optie besturingshiërarchie eerst worden ingeschakeld. Zodra een sensor heeft toegevoegd aan uw netwerk, wordt dit weergegeven op de sensoren pagina. 


Voor elke sensor zijn er een aantal opties:

•    Aanwezigheid

•    Aanwezigheid /afwezigheid

•    Afwezigheid

•    Hervat automatisering (groep)

•    Hervat automatisering


Aanwezigheid activeert maximaal twee scènes wanneer de sensor is geactiveerd.


Aanwezigheid / afwezigheid activeert maximaal twee scènes wanneer de sensor wordt geactiveerd en maximaal twee scènes wanneer afwezigheid is gedetecteerd. Deze scenes moeten dezelfde lampen bevatten. 

Afwezigheid zet de handmatige bediening uit in de geselecteerde scène(s) zodra aanwezigheid niet langer wordt gedetecteerd. 

Alle instellingen hierboven gebruiken wachttijd, fadetijd en ‘handmatige bediening verwijderen’. 

Fade-tijd is de tijd die nodig is om de scène(s) te dimmen tot 0%. 

'Handmatige bediening verwijderen’ zet de directe bediening uit wanneer aanwezigheid niet langer wordt gedetecteerd en de wachttijd ook is verstreken. De twee opties voor het hervatten van de automatisering kunnen worden gebruikt voor het uitzetten van de handmatige bediening van een specifieke groep lampen of alle lampen in uw netwerk.

Zodra een sensor een aanwezigheidstype heeft toegewezen, zal hij een pictogram tonen naast de naam van de sensor.

 

Opmerking: 230vac-schakelende pir-sensoren kunnen ook worden gebruikt met de cbu-asd of cbu-ted om te functioneren als een Casambi enabled sensor.